Perfect
Eenmaal getrouwd, ging het drukke leven gewoon door. “Ik miste het wel dat we niet vaker bij elkaar waren,” herinnert Annemarie zich. “Maar ik ben niet zo iemand die eist dat haar man vaker thuis is. Dus zorgde ik dat ik altijd achter hem stond.” Harry, peinzend: “We leefden allebei ons eigen leven. Annemarie regelde thuis alles, daar hoefde ik niet over na te denken.”
“Voor de buitenwereld waren we een perfect stel,” vult Annemarie aan. “We waren gastvrij en hadden een gevuld sociaal leven. Toen onze twee kinderen geboren waren, had ik wel het gevoel dat ik alles alleen moest doen. In die tijd raakte Harry ook teleurgesteld in een aantal christenen.” Harry: “Ik wil anderen niet de schuld geven van wat er toen gebeurde, maar ik had een belangrijke positie in het jeugdwerk en ervaarde wel dat christenen die in de voorlinie staan, heel veel worden aangevallen. Op mijn werk kreeg ik contact met de receptioniste. Toen zij haar eigen relatie verbrak, werd ons contact steeds intensiever. Ik nam haar mee uit eten en we kregen een verhouding. Toen ik die grens overging, wist ik dat ik fout zat. Vanaf die tijd ging ik niet meer aan het Heilig Avondmaal en op een gegeven moment ook niet meer naar de kerk.”
Dubbelleven
Annemarie hoort het zwijgend aan. Net als toen. “Er kwamen mensen die me waarschuwden, maar ik negeerde al die geruchten. Harry zou wel bijdraaien. Mijn liefde voor hem was zo sterk dat ik mijn ogen gesloten hield, terwijl hij een dubbelleven leidde. Tot ik op een dag een liefdesbriefje van die andere vrouw in zijn zak vond.” Ze vervolgt met gebroken stem: “Ik ben in elkaar gezakt en heb me in slaap gehuild. Alles wat ik bezat, alles wat ik had gegeven, was in één klap verdwenen. Mijn wereld stortte volledig in.” De emoties van toen komen opnieuw boven. Harry legt een hand op haar knie. “Ik vind het vreselijk moeilijk haar verdriet te zien. De enige reden waarom we dit terughalen, is vanwege de rode draad die door dit verhaal loopt. We willen getuigen van Gods wonderlijke trouw.”
Na een korte stilte vervolgt hij: “Ik was volslagen blind in die tijd. Als ik Annemarie zag huilen, deed dat me niets meer. Er kwamen mensen naar me toe die me waarschuwden, maar ik probeerde hen ervan te overtuigen dat het beter was dat we uit elkaar gingen.” Hij buigt voorover, om de ernst van zijn woorden te benadrukken: “Er was ook een groepje mensen dat voor ons bleef bidden en die op mij bleef inpraten, dwars tegen alle logica in. In de loop van de tijd werd dat groepje steeds kleiner, maar zij hebben het verschil gemaakt!”
Pas na een jaar wees Annemarie Harry het gat van de deur. “Harry kon niet kiezen tussen mij en die vrouw, dus moest ík de keuze maken. Het was een hel. Na een paar maanden zette ik een scheiding in gang. Om hem te laten schrikken, niet omdat ik dat echt wilde.”
Harry zat ondertussen in een heel ander proces. “Toen Annemarie mij de deur wees, kon ik zo intrekken bij die ander. Iedereen dacht ook dat ik bij haar woonde, maar dat was niet zo. Op een of andere onverklaarbare wijze kon ik de stap niet maken. Soms sliep ik in de auto, dan weer in een hotel of bij familie. Eén moment zal ik nooit vergeten. Toen ik op een avond laat bij mijn toenmalige vriendin vertrok, kregen we een discussie waarom ik niet wilde blijven. ‘Het zijn die mensen die altijd voor jou bidden,’ zei ze, ‘daarom kun jij nu de stap niet zetten’.”
Verliefd
Het was een opmerking die Harry niet losliet. Na een aantal maanden liep zijn relatie met de receptioniste op de klippen. Hij woonde alleen op een flatje en verlangde terug naar zijn gezin. Op een zondagmiddag pakte hij de auto en kwam uit bij de familie Johannes. Hij wist van hen dat ze rechtlijnig waren. Toen zij beseften wie er voor de deur stond, klonk er ‘Dank u, Heer’ vanuit de woonkamer. Deze familie had dag en nacht voor het stel gebeden. Harry vond er geen veroordeling, maar een warm welkom en wijze raad. “Ik haalde op zaterdag altijd de kinderen op bij Annemarie en werd weer helemaal verliefd. Ik wilde niets liever dan weer terug! Maar deze familie zei dat ik gewoon lief voor haar moest zijn en zwijgen. Ik moest haar loslaten, want Annemarie stond helemaal niet open voor mijn liefde. Loslaten is laten gaan, maar vasthouden in gebed, leerde ik in die tijd. Dat jaar was voor mij ontzettend eenzaam en moeilijk. Ik kón Annemarie niet loslaten. Steeds als ik de kinderen ophaalde, verklaarde ik haar mijn liefde. Ook belde ik haar vaak op. Toen mijn zoon na een leuke zaterdag uit de auto stapte, liet hij per ongeluk de heliumballon los die hij had gekregen. Ik zie die witte ballon nog verdwijnen in de nacht. Toen besefte ik letterlijk wat loslaten was. Ik sprak met Annemarie af dat ik haar niet meer zou bellen.”
Annemarie glimlacht: “De rollen waren omgedraaid. Hoe meer hij mij de liefde verklaarde, hoe meer ik me aan hem ergerde. Mijn hart was niet meer vrij voor hem. In die eenzame tijd heb ik de aandacht van een andere man verward met liefde. Toen merkte ook ík dat als je in je gedachten maar iets toelaat voor een ander, je eerste liefde geleidelijk verdwijnt. Het is een les in liefde die ik nooit zal vergeten. Als je hart niet rein is, kan God niets doen. Ik zette de scheiding dus door.”
Verwondering
Op 4 december 1998, tien jaar na hun trouwen, was de scheiding een feit. Annemarie: “Harry belde niet meer en het werd rustig. Maar wat nu? Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en de man op wie ik verliefd was, verteld wat ik voelde. Hij was verbaasd en het was niet wederzijds. ‘Ga terug naar Harry,’ raadde hij mij aan. Ondanks dat ik een blauwtje gelopen had, werd ik heel rustig. Het voelde alsof ik werd gedragen door engelen. Ik ben op mijn knieën gegaan en heb gebeden: ‘Ik heb niets meer in mijn hart, er is geen liefde meer. Wat wilt U nu? Wilt U mijn hart helemaal rein maken?’ Die nacht heb ik heerlijk geslapen.”
Man en vrouw keren zich naar elkaar en vertellen elkaar opnieuw het wonderlijke vervolg. Annemarie: “Een dag later hoorde ik je stem door de telefoon en er knapte iets in mij. Elke dag in die week gebeurde er iets waardoor mijn liefde voor je terugkwam!”
Harry: “Terwijl ik absoluut geen hoop meer had. De laatste rekening voor de scheiding was binnengekomen en ik durfde hem niet aan je te laten zien. Wat me wel opviel, was dat je ons die zaterdag daarop uitzwaaide. Dat deed je anders nooit.” Annemarie: “Zondag belde ik een oudstenechtpaar om te vertellen over mijn gevoel. Die barstten in snikken uit aan de andere kant van de lijn, zo bijzonder vonden ze het. God hielp me stapje voor stapje, want twintig minuten later belde jij.” Harry klinkt nog steeds verbaasd: “Ik belde voor die rekening en jij vroeg of ik een kop koffie wilde komen drinken!” Annemarie grinnikt: “Ik voelde me net een puber! Nog geen half uur later lagen we opnieuw in elkaars armen.”
Harry, ernstig nu: “Ik weet dat ik een zeer gezegende man ben dat jij me terugwilde.”
Toverwoord
Ze beseffen dat ze in een glazen huis leven. Mensen vragen zich af: ‘Zal het niet weer misgaan?’ Sommige mensen waren verlegen met het huwelijk dat begin april 1999 opnieuw gesloten werd. Harry kan het begrijpen. “Natuurlijk waren er mensen die partij hadden gekozen. Wat moet je dan als mensen weer bij elkaar komen? We worden vaak benaderd door echtparen die iets soortgelijks meemaken en proberen naast hen te staan, in plaats van te oordelen. Er zijn ook mensen die niet durven komen, bang dat wij ze zullen adviseren dat ze weer bij elkaar moeten komen. Maar dat zullen wij nooit zomaar zeggen! Het is God Die de puzzelstukjes in elkaar gelegd heeft! Hij heeft geluisterd naar de mensen die trouw voor ons bleven bidden.”
Communicatie is het toverwoord, geven ze aan. Zodra je daarin verwijdering opmerkt, moet je direct aan de bel trekken. Harry is vaker thuis en Annemarie geeft duidelijker aan wat zij graag wil. Harry, vurig: “Veel mensen zeggen dat hun liefde voor elkaar verdwenen is. Het is vaak niet verdwenen, maar verstopt. Ik sprak onlangs iemand wiens ouders gescheiden zijn en getrouwd met een ander. Los van elkaar vertelden zijn ouders hem dat ze diep in hun hart liever bij elkaar hadden willen blijven. Dat is heftig! Als je dwars door alles heengaat, vind je de liefde heel vaak terug op de bodem.” Bij Annemarie komt de pijn af en toe nog terug. Stap voor stap moest ze haar vertrouwen in Harry herwinnen “God geeft me daar de kracht voor, elke keer weer. Daardoor kan ik getuigen dat dit geen surrogaatliefde is, maar een diepere liefde dan ooit tevoren.”